Beweegprogramma Artrose

Artrose is een beschadiging van het kraakbeen in een gewricht, waarbij ook bot woekeringen kunnen ontstaan waardoor de gewrichtsoppervlakken uiteindelijk misvormd worden.

De symptomen van artrose zijn pijn, (ochtend)stijfheid, krachtverlies en verminderde bewegelijkheid van het gewricht. U kunt hierdoor ernstig gehinderd worden in uw dagelijkse activiteiten.

Veel mensen met artrose denken vaak dat zij maar rustig aan moeten doen en het bewegen moeten beperken. Niets is minder waar.

Bewegen heeft specifieke positieve effecten op artrose:

  • Vergroten of in ieder geval in stand houden van de bewegelijkheid van de (aangedane) gewrichten
  • Verminderen van de pijnklachten
  • Vergroten van het spieruithoudingsvermogen
  • Vergroten van het prestatievermogen
  • Verbetering van de kraakbeenvoeding
  • Verbetering van de stabiliteit van de (aangedane) gewrichten
  • Verbetering van de coördinatie van de (aangedane) gewrichten
  • Vergroten van de botdichtheid

Verder zijn er ook algemene voordelen van bewegen

  • Vermindering van het vetpercentage, waardoor en een gunstig effect op het lichaamsgewicht optreedt
  • Gunstig effect op de bloeddruk
  • Vermindering van het risico op hart en vaatziekten
  • Verbetering van de houding
  • Afname van het cholesterol en de bloeddruk
  • Verbetering van het algeheel welbevinden.

Mensen die hebben deelgenomen aan het beweegprogramma geven aan dat zij minder pijn hebben, zich fitter voelen en daardoor weer beter functioneren in dagelijks leven.

Als u zich aanmeldt voor het beweegprogramma wordt er eerst een intake gedaan. Hier wordt gekeken naar uw spierkracht, uw uithoudingsvermogen, de pijn die u ervaart tijdens bewegen en uw algehele gezondheid (uw BMI, bloeddruk en buikomvang en nevenklachten). Daarna wordt er een programma “op maat” voor u gemaakt.

Het programma duurt 12 weken, waarin u tweemaal per week komt trainen. In deze training wordt zowel de spierkracht als het uithoudingsvermogen getraind. Daarnaast is het belangrijk dat u elke dag 30 minuten matig tot intensief actief bent, bijvoorbeeld door te wandelen, te fietsen, te zwemmen. Zoek in ieder geval een vorm van bewegen die u leuk vindt en waarvan u weet dat u het vol kunt houden.

Aan het einde van het beweegprogramma worden alle testen van de intake opnieuw gedaan en kunt u zien wat u bereikt heeft. Daarna is het heel belangrijk dat u blijft bewegen.